Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen aangescherpt

De Wet nadere beloningsmaatregelen financiële ondernemingen is per 1 januari 2023 in werking getreden. Per 1 januari 2024 is het overgangsrecht voor werknemers die voor 2023 al in dienst waren komen te vervallen en geldt de wet voor alle bestuurders en werknemers in de financiële sector.

Achtergrond

In 2015 is de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen (Wbfo) in werking getreden. Met deze wet heeft de wetgever regels geïntroduceerd die financiële ondernemingen verplicht tot het voeren van een beheerst beloningsbeleid en het inperken van excessieve variabele beloningen. Onderdelen van de Wbfo zijn in 2018 geëvalueerd. Hieruit bleek onder meer dat belangrijke wettelijke uitzonderingen werden gebruikt voor medewerkers waarvoor deze uitzonderingen door de wetgever niet waren bedoeld. Per 1 januari 2023 is de wet nadere beloningsmaatregelen financiële ondernemingen (Wnbfo) inwerking getreden. De bestaande Wbfo is hiermee aangescherpt. De wet kende een overgangsregime voor werknemers die al voor 2023 in dienst waren.

Belangrijkste maatregelen

De drie belangrijkste maatregelen uit de Wnbfo zijn als volgt:

  • de regels van de cao-exceptie uit de Wet op het financieel toezicht (Wft) zijn aangescherpt. De cao-exceptie houdt kort gezegd in dat onder voorwaarden van de reguliere 20% bonuscap van de Wft kan worden afgeweken voor medewerkers waarvan de beloning niet of niet uitsluitend uit een cao volgt en die hoofdzakelijk werkzaamheden in Nederland verrichten;
  • een wettelijke verplichting voor bestuurders en medewerkers van financiële ondernemingen om aandelen en vergelijkbare financiële instrumenten die bestanddeel zijn van vaste beloningen, aan te houden gedurende een periode van vijf jaar. Dit is de zogenoemde retentieperiode;
  • een wettelijke verplichting voor financiële ondernemingen om in het beloningsbeleid verantwoording af te leggen over de wijze waarop de beloningen binnen de onderneming zich verhouden tot de functie van de onderneming in de sector en de positie in de samenleving en de wijze van totstandkoming van deze verhouding.

Timing

Aangezien de Wnbfo op 1 januari 2023 inwerking is getreden, moeten financiële ondernemingen sinds deze datum hun beloningsbeleid aangepast hebben zodat dit ook de verhouding van de beloningen tot de functie van de financiële onderneming in de sector en de positie in de samenleving en de wijze van totstandkoming hiervan omvat.

Ten aanzien van de toepassing van de cao-exceptie en de retentieperiode voorzag de Wnbfo in overgangsrecht. Voor deze twee wijzigingen gold een overgangstermijn van een jaar voor bestaande contracten, mits deze medewerkers datzelfde jaar werkzaam waren onder verantwoordelijkheid van dezelfde financiële onderneming. Concreet betekent dit dat deze nieuwe verplichtingen vanaf 1 januari 2024 gelden voor degenen die reeds op 1 januari 2023 werkzaam waren op grond van bestaande contracten.

Waarom is een goed beloningsbeleid van belang?

Mede door het vervallen van het overgangsrecht van de Wnbfo per 1 januari 2024,  is het van belang dat financiële ondernemingen in het kader van hun beloningsbeleid goed nadenken over de vormgeving van beloningen naar de toekomst toe en hoe dit past binnen de strategie van de onderneming en binnen de plek van de financiële onderneming binnen de maatschappij. Hierbij zal ook rekening gehouden moeten worden met de ESG doelstellingen van de onderneming. Het beloningsbeleid en haar context nemen dus in belang toe bij het toekennen van beloningen voor bestuurders en werknemers. Het uitgangspunt is dat een goed beleid zal leiden tot evenwichtige en verantwoorde beloningen. Het aanpassen van individuele beloningen naar aanleiding van de strengere nadere beloningsmaatregelen is dus niet mogelijk zonder naar de totale strategie te kijken, zowel voor het topmanagement als voor de ‘gewone’ werknemers. De individuele beloningen moeten immers passen binnen het onderneming-brede, op de strategie afgestemde, beloningsbeleid.

Over de auteur(s)

Eric Bergamin | Eversheds Sutherland
Marieke Koster | Eversheds Sutherland